De botanische tuin van Kopenhagen

Botanisk hebben
  1. Home
  2.  › 
  3. Denemarken
  4.  › 
  5. Kopenhagen

De botanische tuin in de Deense hoofdstad Kopenhagen laat zien dat uit een bescheiden begin iets groots kan voortkomen. Er waren eens een paar universiteitsstudenten die een paar kruiden plantten in een open veld bij hun school. De "Hortus Medicus" diende in die tijd voor onderzoeksdoeleinden. De kruiden werden vervolgens geoogst door een tuinman die uiteindelijk een van de professoren ervan overtuigde een volkstuin om te toveren in een botanisch juweel. In 1871 was het zover - leden van het Deense parlement plantten de eerste boom op de oude vestingmuren, en vandaag is de "Botanisk Have" een echte bezienswaardigheid in de metropool.

Modellen in Engeland en België

Ervaren landschapsarchitecten kregen de opdracht de Botanische Tuin in de oprichtingsjaren te ontwerpen. Zij namen hun voorbeeld aan de tuinen op de Britse eilanden en in België en creëerden geleidelijk aan een voorbeeldig complex dat de moeite waard was om te zien. Oorspronkelijk had de botanicus Ole Worm al in 1620 gepleit voor een uitgestrekte tuin, maar zijn plannen werden pas in 1769 verwezenlijkt onder het bewind van koning Christian VII, die een deel van het park van het aangrenzende paleis Amalienborg aan de universiteit naliet.

Kassen met arctische planten

Vanaf 1763 werd het botanische park, dat genoemd werd naar de Duitse botanicus, arts en sociaal hervormer Georg Christian von Oeder, aanzienlijk uitgebreid. Op 1,6 hectare waren nu kassen en een bibliotheek gevestigd. Dankzij een initiatief van de rijke eigenaar van de brouwerij, Jacob Christian Jacobsen, werd ook een palmenhuis gebouwd. Bovendien exploiteerde de universiteit nu een laboratorium voor celbiologie, en in de kassen kwamen talrijke alpiene en arctische planten voor. In het cactushuis konden bezoekers tentoonstellingen uit tropische streken en orchideeën uit Thailand bewonderen.

Een palmhuis van glas en staal

Het palmenhuis van de botanische tuin van Kopenhagen, met zijn interessante architectuur van glas en staal, is tegenwoordig zo'n beetje het visuele centrum van het uitgestrekte terrein. Een weelderige tropische en subtropische plantenwereld wordt er in alle seizoenen gepresenteerd op een oppervlakte van ongeveer vierduizend vierkante meter. Ongeveer 20.000 bloemenvariëteiten gedijen in de open lucht - waaronder planten van de Faeröer en Groenland. De botanische tuin heeft ook een uitgebreide collectie vleesetende planten.

De tuin is drempelvrij

De enige genenbank voor wilde planten is een schatkamer geworden voor wetenschappers en botanici. Inheemse bloemen groeien nu op de overblijfselen van de historische stadswallen van Kopenhagen, en de overvloed aan flora en fauna wordt gepresenteerd in de nu 24 kassen en de Moraine Garden. De botanische tuin omvat een bloemenwinkel en een café, alsook een bibliotheek met waardevolle vakliteratuur. Tussen 2009 en 2012 werd de faciliteit gemoderniseerd en is nu drempelvrij.