Geschiedenis van het museum
Het Nationaal Historisch Museum vindt zijn oorsprong in de verzameling van Sir Hans Sloane, die in 1753 overleed en verantwoordelijk was voor de oprichting van het British Museum. In 1860 werd besloten de natuurhistorische voorwerpen in een aparte tentoonstelling te presenteren, en zo werd in 1881 het Natuurhistorisch Museum in Kensington geopend. Het gebouw aan Cromwell Road, dat de moeite waard is om te bezichtigen, is gebouwd in romaanse stijl en ontworpen door Alfred Waterhouse. Onder anderen Charles Darwin en Joseph Banks, die James Cook op zijn reizen vergezelde, zorgden voor een permanente uitbreiding van de collectie. Het populaire museum herbergt nu meer dan 70 miljoen tentoongestelde voorwerpen.
Vier zones voor bezoekers
Het museum is verdeeld in in totaal vier zones: In de Blauwe Zone is er een dinosaurustentoonstelling. Hier zullen bezoekers onder andere een brullende T-Rex tegenkomen die beweegt dankzij de modernste technologie. Deze zone is ook gewijd aan de biologie van mensen en zoogdieren. Een simulatie laat zien hoe een baby zich voelt in de baarmoeder. In de Groene Zone kunnen bezoekers allerlei soorten kruipdieren tegenkomen. Er is onder meer een reusachtig model van een schorpioen te zien en de gasten leren interessante feiten over de evolutie van soorten. De Rode Zone van het Nationaal Historisch Museum behandelt de thema's aardgeschiedenis en geologie, terwijl de Oranje Zone informatie geeft over het werk van natuurwetenschappers. Simulaties van vulkaanuitbarstingen en aardbevingen maken een bezoek aan het museum nooit saai.
Slaapfeestje in het museum
Talrijke tijdelijke tentoonstellingen vervolledigen het ruime aanbod van het museum, zodat er steeds iets nieuws te ontdekken valt. Het museum biedt speciaal voor kinderen nachtfeesten aan. De 8- tot 11-jarigen treden in de voetsporen van de dino's.
