Geschiedenis van het museum
Het Science Museum werd in 1857 opgericht, aanvankelijk als het South Kensington Museum. Tentoonstellingen over astronomie, meteorologie, biochemie, elektronica, navigatie, luchtvaart en fotografie zijn te zien op zeven verschillende tentoonstellingsniveaus. Onder de tentoongestelde voorwerpen bevinden zich de eerste telefoon van Alexander Graham Bell en een telescoop van Galileo Galilei. De eerste rekenmachine, Engine 1 genaamd, die in 1932 door Charles Babbage werd gemaakt, maakt ook deel uit van de tentoongestelde stukken.
De tentoonstellingen
Vooral kinderen komen tijdens een bezoek aan het Wetenschapsmuseum aan hun trekken, aangezien zij veel van de tentoongestelde voorwerpen zelf mogen uitproberen en experimenteren. Een aan het museum verbonden IMAX-bioscoop vertoont films over wetenschappelijke onderwerpen. Er worden onder meer films over de Hubble-telescoop of de oceanen aangeboden. Er is ook een vluchtsimulator.
De begane grond en de eerste verdieping van het museum zijn voornamelijk gewijd aan de ruimtevaart, telecommunicatie en tijdmeting, terwijl de tweede verdieping in het teken staat van de papierproductie, de boekdrukkunst en de scheepsbouw.
De derde verdieping van het museum staat in het teken van de luchtvaart en er zijn talrijke originele vliegtuigen te zien. Onder andere is er de Vicky Vimers, waarmee Alcock en Brown in 1919 als eersten de Atlantische Oceaan overstaken.
Tenslotte wordt het onderwerp geneeskunde getoond op de vierde en vijfde verdieping van het museum. Onder andere de eerste stethoscoop die Louis Pasteur in 1818 gebruikte, wordt hier tentoongesteld.
Speciale tentoonstellingen over wisselende thema's ronden het aanbod van het museum af. Tijdens speciale rondleidingen kunnen bezoekers een kijkje nemen achter de schermen van het museum. Omwille van de ruimte worden veel verzamelobjecten niet tentoongesteld in de openbare zalen.
